Deze nacht heb ik alweer zeer warm gehad, het koelt maar niet af binnen en ik moet de ramen toehouden voor de muggen. Al bij al wel ok geslapen, maar alweer vroeg wakkergeworden, het is echt ongelofelijk! Uitslapen tot de middag zoals thuis zit er hier niet in precies.
Om acht uur weer naar de nursery waar de gebedsdienst deze keer zeer uitgebreid was en iedereen van de head office was ook aanwezig.
De directeur heeft me nogmaals welkom geheten, ze zijn zo blij dat ik er ben en koesteren hoge verwachtingen in mij. Ik hoop dat ik hen niet teleurstel.
In de voormiddag heb ik met Mwawi het formulier overlopen dat wordt gevolgd wanneer een kindje onderzocht wordt: het was allemaal heel medisch maar zeer interessant! Na wat met de baby’s bezig te zijn geweest en wat formulieren voor Mwawi uitgetypt te hebben op de computer, kwam Sarah langs, een “nutritionist” van Amerika die hier samen met haar man en dochtertje voor drie jaar woont.
Met haar heb ik besproken wat mijn taak in de nursery kan zijn. Het is de bedoeling dat nagegaan wordt wat de baby’s echt eten van wat ze krijgen (wat elke keer overblijft) want de nota’s daarover worden niet goed ingevuld. Bovendien zouden sommige ondervoede kindjes moeten bijkomen in gewicht als ze zouden eten wat er telkens wordt ingevuld.
Daarna willen we nagaan wat elke baby per ontwikkelingsgraad nodig hebt van voedingselementen en zoeken we uit wat er allemaal in de lokale voeding hier beschikbaar is, om het af te stemmen op de voeding van de baby’s.
Een volgende stap is het informeren van de nanny’s, de vrouwen die de kindjes verzorgen. Dit zijn zowel oudere als jongere vrouwen die eigen kinderen hebben maar in shiften in de nursery werken. Wat voeding betreft zijn ze echter niet altijd goed op de hoogte van de theorie en daarom zijn we van plan om informatiesessies te organiseren, elke sessie twee keer per dag.
Ik ben blij dat ik nu al wat beter weet wat ik kan doen. Met mijn promotoren van de EHSAL wordt het nu overleggen hoe ik al deze zaken kan samenbundelen in een eindwerk.
In de namiddag ben ik samen met Mwawi en Kelvin naar Christof geweest in een klein dorpje buiten Lilongwe. De weg ernaartoe was hobbelig, kindjes liepen langs de straat, vrouwen met zware manden op hun hoofd,...De omstandigheden waarin deze mensen leven zijn verre van luxueus, en ik was dan ook zeer zwaar onder de indruk. Je kan het nog zoveel zien op tv of waar dan ook, er gewoon midden inzitten doet je mond openvallen.
Christof en zijn vrouw en hun dochtertje, drie Amerikanen, wonen al sinds 1997 in Malawi, en proberen de “perma-culture” oftewel permanent agriculture te promoten. Dit omdat in Malawi de mensen veel te eenzijdig eten en bij een mislukte oogst vaak geen eten hebben. Christof en zijn vrouw zijn een perfect rolmodel voor deze manier van telen, want hun hele tuin staat vol planten die ze eten of op één of andere manier gebruiken. Via watercollectoren e.d. sparen ze enorm veel geld uit en zijn ze zeker van een constante beschikking over voeding.
We gingen er naartoe omdat Ministry dit wil implementeren hier ook. De kindjes in de Nursery worden immers opgevangen tot ze ongeveer een jaar zijn, en worden dan geadopteerd of gaan terug naar familie. Men wil echter zeker zijn dat de familie kan verzekeren dat het kindje alles heeft wat het nodig heeft, dus willen ze de bevolking hier eerst een andere manier van landbouw aanleren. Onnodig te zeggen dat dit een werk van lange adem zal zijn. Maar ik vond het erg leuk om het zo concreet mee te maken en te ondervinden hoe gedreven deze mensen zijn om hun doel te bereiken.
Deze avond nog bezoek gehad van de verantwoordelijke van Kwasa in Lilongwe, die me wist te vertellen dat men uitkijkt naar een housegirl die hier altijd zou zijn, ook ’s nachts. Het blijft immers moeilijk de avonden alleen te doorspartelen. Ook in het algemeen heb ik echt nog tijd nodig om aan te passen, merk ik aan mezelf. Maar ik vertrouw erop dat dat goedkomt.
In de weekends ben ik vrij, en heb ik niets te doen. Mwawi is van plan me mee te nemen naar leuke plekken en daar ben ik haar dankbaar om, omdat het idee van hier de hele dag alleen zitten me enorm afschrikt. Alleen ergens naartoe gaan is om veiligheidsredenen ook geen optie, vandaar.
Tot zover dit dagje. Ik ga stilletjesaan slapen, want ja hoor, ik ben alweer moe. Zoveel te verwerken, dat zal wel de reden zijn.
Tot de volgende!
vrijdag 8 februari 2008
donderdag 7 februari
Mijn eerste nacht in Lilongwe was een lange, en een warme. Ik die het nodig heb om op z’n minst een laken over me te hebben om in slaap te kunnen vallen, ben gedwongen alles van me af te gooien om minder last te hebben van de warmte. Af en toe werd ik wakker, me afvragend waar ik was, om even later verwoede pogingen tot inslapen te doen. ’s Morgens om half zeven was ik al wakker door de watchman (de bewaker van het huis) die buiten aan het vegen was. Ik ben dan maar opgestaan, en heb nog wat zitten lezen tot half acht. Dan kwam de houseboy toe die mijn ontbijt maakte (het is echt raar dat iemand dat voor mij doet, en toen ik hem dat zei lachte hij alleen maar). Het is echt een hele vriendelijke man, die altijd voluit lacht.
Vanmorgen dus voor het eerst de thee van hier gedronken, ook al ben ik geen theemens. Ze doen er hier standaard melk bij, de hoeveelheid suiker bepaal je zelf.
Om acht uur moest ik in de Nursery zijn. Toen ik binnenkwam hoorde ik hen al van ver zingen: ze zijn allemaal zeer katholiek en bidden ’s morgens een half uur. Het is een vast ritueel en pakkend om erbij te zijn: verschillende stemmen zingen de tekst uit een liedjesboek waarvan ik de woorden zachtjes meelees maar zo te horen van geen kanten goed uitspreek. Na het zingen én het dansen begon één van de mannen een bijbelverhaal te vertellen en hield erna een soort preek (dat is wat ik ervan gemaakt heb, het was immers allemaal in het Chichewa). Hij leek wel boos zoals hij sprak: hij riep en maakte wijde gebaren. Terwijl hij praatte begon één van de baby’s die op het tapijt lag te wenen, ik heb het kindje maar snel in de armen genomen en gesust. Ik mocht hem ook meteen zijn flesje geven.
Op het einde van het gebed kreeg ik van Mwawi te horen dat iedereen me welkom heette, nadat ze me in het Chichewa geïntroduceerd had aan de moeders en het andere personeel. Daarna kreeg ik van haar een rondleiding in de nursery: haar bureau, de wasruimte, de keuken, de 3 kamers waarin elk 8 baby’s liggen,...De laatste daarvan is diegene voor de ondervoede kindjes, die er enorm broos uitzien. Eentje ervan zal worden getest op HIV. In het totaal zijn er slechts 2 HIVgeïnfecteerde baby’s in de nursery aanwezig, het ziet er dus naar uit dat ik mijn hele eindwerkproject overboord kan gooien.
Nadat ik een hele berg babykleedjes die uit de was kwamen had opgeplooid en twee kindjes eten had gegeven, vertrok ik met Mwawi en de directeur van de nursery naar Lilongwe City, om iemand bij de Health Office te spreken. Vanuit Amerika wil men namelijk een donatie medicatie opsturen, maar dat kan nie zomaar. De strenge overheid doet hier blijkbaar moeilijk over, volgens Mwawi. We moeten morgen teruggaan, want de vrouw in kwestie had geen tijd voor ons. ’s Middags ben ik gaan eten in de office: rijst met kip en een groentenmengeling. Ik moet echt nog wennen aan het eten, merk ik.
In de namidag ben ik in de office gebleven om wat op de computer te werken, de eerste mailtjes te sturen enz...Het was een dag vol nieuwe indrukken dus ik ben moe en ga vroeg slapen.
Vanmorgen dus voor het eerst de thee van hier gedronken, ook al ben ik geen theemens. Ze doen er hier standaard melk bij, de hoeveelheid suiker bepaal je zelf.
Om acht uur moest ik in de Nursery zijn. Toen ik binnenkwam hoorde ik hen al van ver zingen: ze zijn allemaal zeer katholiek en bidden ’s morgens een half uur. Het is een vast ritueel en pakkend om erbij te zijn: verschillende stemmen zingen de tekst uit een liedjesboek waarvan ik de woorden zachtjes meelees maar zo te horen van geen kanten goed uitspreek. Na het zingen én het dansen begon één van de mannen een bijbelverhaal te vertellen en hield erna een soort preek (dat is wat ik ervan gemaakt heb, het was immers allemaal in het Chichewa). Hij leek wel boos zoals hij sprak: hij riep en maakte wijde gebaren. Terwijl hij praatte begon één van de baby’s die op het tapijt lag te wenen, ik heb het kindje maar snel in de armen genomen en gesust. Ik mocht hem ook meteen zijn flesje geven.
Op het einde van het gebed kreeg ik van Mwawi te horen dat iedereen me welkom heette, nadat ze me in het Chichewa geïntroduceerd had aan de moeders en het andere personeel. Daarna kreeg ik van haar een rondleiding in de nursery: haar bureau, de wasruimte, de keuken, de 3 kamers waarin elk 8 baby’s liggen,...De laatste daarvan is diegene voor de ondervoede kindjes, die er enorm broos uitzien. Eentje ervan zal worden getest op HIV. In het totaal zijn er slechts 2 HIVgeïnfecteerde baby’s in de nursery aanwezig, het ziet er dus naar uit dat ik mijn hele eindwerkproject overboord kan gooien.
Nadat ik een hele berg babykleedjes die uit de was kwamen had opgeplooid en twee kindjes eten had gegeven, vertrok ik met Mwawi en de directeur van de nursery naar Lilongwe City, om iemand bij de Health Office te spreken. Vanuit Amerika wil men namelijk een donatie medicatie opsturen, maar dat kan nie zomaar. De strenge overheid doet hier blijkbaar moeilijk over, volgens Mwawi. We moeten morgen teruggaan, want de vrouw in kwestie had geen tijd voor ons. ’s Middags ben ik gaan eten in de office: rijst met kip en een groentenmengeling. Ik moet echt nog wennen aan het eten, merk ik.
In de namidag ben ik in de office gebleven om wat op de computer te werken, de eerste mailtjes te sturen enz...Het was een dag vol nieuwe indrukken dus ik ben moe en ga vroeg slapen.
donderdag 7 februari 2008
Woensdag 6 februari
Hello everybody,
Hier zijn we dan in het verre Malawi. Dit berichtje post ik niet de dag van mijn aankomst zelf, vermits internet het liet afweten gisteren. Maar omdat ik jullie het relaas van mijn aankomst niet wil laten missen, heb ik het gisteren uitgetypt toen het nog vers in mijn geheugen zat.
Alhoewel, na 17 uur onderweg zijn en amper een uurtje slaap voelde ik me geradbraakt en duizelde het zelfs in mijn hoofd.
Maar omdat ik jullie zo graag zie, heb ik toch nog maar de laptop aangezet...:o)
Om half negen taxi’de het vliegtuig de luchthaven uit, en voelde ik die speciale opstijgkriebels weer (iets wat toch wel weer vier jaar geleden was) en zeiden we België vaarwel. Het was me even ontgaan, maar we hadden nog een tussenstop in Parijs te goed, waar er nog een heleboel mensen opstapten. Op dat moment was ik al gezegend met een bonzende hoofdpijn en droge ogen, naar het schijnt van de airconditioning. Na een uur in Parijs te hebben stilgestaan, deze keer voor zes uur de lucht in, richting Addis Abeba. Weer een persoonlijk record vliegtuiguren verbroken (max was 4 uur), en wat voor uren: om half één warm eten (spaghetti en een brok chocoladecake), en voor je goed en wel een dutje had kunnen doen stonden ze er om vier uur ’s morgens alweer met ontbijt. Verder dan een minicroissantje ben ik niet gekomen, mijn maag lag toch al overhoop en dat is tot op dit moment nog geen haar beter.
Min of meer op tijd toegekomen in Addis Abeba (Ethiopië zag er uit de lucht maar heel bruin uit, en eens geland bleek dat bruine het droge gras te zijn: het is daar het droogste seizoen van het jaar), waar we een uur moesten wachten op aansluiting naar Lilongwe.
Grappig voorval; we komen binnen in de luchthaven en moeten via een postje (health control) passeren, waar een man in een witte jas staat. Wij halen dus allemaal plichtsgetrouw ons reispaspoort en inentingskaart boven, maar dat bleek voor niks nodig te zijn; tyfus of cholera in je lijf, maakte niet uit, we waren met een groep dus we mochten meteen door. Al wandelend naar de gate iets minder leuk voorgehad. We horen geroep en gegil, en wat blijkt: twee mannen van de douanepolitie staan een man af te meppen. Dan weet je van het schrikken toch ook even niet waar te kruipen. En onze indrukken van Ethiopië zijn al zo beperkt...
In Ethiopië zijn we een uur te laat vertrokken (waarom? Geen idee) en de vlucht leek urenlang te duren. Tot de man die naast me zat me aansprak: het bleek een Zambiaan te zijn die voor zaken weggeweest was van huis. Hij deed via zijn bedrijf op één of andere manier ook zaken met Brugge, was wel grappig om te horen! Minstens een uur hebben we zitten praten over de aidsproblematiek, het frustrerende probleem dat geld uit donerende landen steeds aan verkeerde handen blijft kleven, en natuurlijk wat voor geweldige ervaring het zal zijn om hier tien weken te verblijven:o). Echt wel interessant! Achteraf vroeg hij mijn mailadres, ik mag een mailtje op mijn verjaardag verwachten, wist hij te vertellen. Ik heb zijn adres ook gekregen “in case of emergency”. Vriendelijk, he!
Uiteindelijk dan toch in Lilongwe toegekomen, en ik was bij de gelukkigen die meteen al zijn bagage had. Sommigen mogen op hun onderbroeken en T-shirts (bij wijze van spreken) wachten tot vrijdag...Ook niet meteen een superbegin..
Eenmaal in de aankomsthal stond een kleine vrouw (Mwawi, clinician van beroep, te vergelijken in België met een dokter) met een papier ‘Marijke – Kwasa Kwasa’ in de hand, en toen ging het allemaal zo snel. Van ver dag gezegd van de rest (die samen nog een paar dagen op hotel gingen), naar de bank geld wisselen, naar de winkel achter eten, een nieuwe simkaart, en dan naar de Ministry; ik verblijf in de ‘head office’. (ik probeer zo snel mogelijk foto’s te posten, maar daarvoor moet mijn laptop eerst geconfigureerd worden met internet hier en ik kan pas vanaf vandaag –donderdag- op internet).
De ‘head office’ is de plaats waar de directeur, de economist en andere personen de goede werking van ‘Ministry of Hope’ in goede banen leiden. Het heeft een aparte ruimte vol stapelbedden waar ik slaap, helemaal alleen. Mijn bed was al gemaakt, het muskietennet hangt als een hemelbed (wat ik altijd zo graag heb gewild!) errond.
Ik pakte mijn spullen wat uit en rangschikte ze een beetje. ’s Avonds heb ik niet meer gegeten, het lukte gewoon niet. Na nog een paar keer tevergeefs proberen op internet te geraken, kroop ik in bed. Het was overdag warm en het koelt hier nauwelijks af ’s nachts: in slaap vallen lukte me dus helemaal niet goed. ‘k Ben ook veel wakkergeworden. Hopende dat ik me de dag erna (vandaag) al wat beter op mijn gemak voelde...
Hier zijn we dan in het verre Malawi. Dit berichtje post ik niet de dag van mijn aankomst zelf, vermits internet het liet afweten gisteren. Maar omdat ik jullie het relaas van mijn aankomst niet wil laten missen, heb ik het gisteren uitgetypt toen het nog vers in mijn geheugen zat.
Alhoewel, na 17 uur onderweg zijn en amper een uurtje slaap voelde ik me geradbraakt en duizelde het zelfs in mijn hoofd.
Maar omdat ik jullie zo graag zie, heb ik toch nog maar de laptop aangezet...:o)
Om half negen taxi’de het vliegtuig de luchthaven uit, en voelde ik die speciale opstijgkriebels weer (iets wat toch wel weer vier jaar geleden was) en zeiden we België vaarwel. Het was me even ontgaan, maar we hadden nog een tussenstop in Parijs te goed, waar er nog een heleboel mensen opstapten. Op dat moment was ik al gezegend met een bonzende hoofdpijn en droge ogen, naar het schijnt van de airconditioning. Na een uur in Parijs te hebben stilgestaan, deze keer voor zes uur de lucht in, richting Addis Abeba. Weer een persoonlijk record vliegtuiguren verbroken (max was 4 uur), en wat voor uren: om half één warm eten (spaghetti en een brok chocoladecake), en voor je goed en wel een dutje had kunnen doen stonden ze er om vier uur ’s morgens alweer met ontbijt. Verder dan een minicroissantje ben ik niet gekomen, mijn maag lag toch al overhoop en dat is tot op dit moment nog geen haar beter.
Min of meer op tijd toegekomen in Addis Abeba (Ethiopië zag er uit de lucht maar heel bruin uit, en eens geland bleek dat bruine het droge gras te zijn: het is daar het droogste seizoen van het jaar), waar we een uur moesten wachten op aansluiting naar Lilongwe.
Grappig voorval; we komen binnen in de luchthaven en moeten via een postje (health control) passeren, waar een man in een witte jas staat. Wij halen dus allemaal plichtsgetrouw ons reispaspoort en inentingskaart boven, maar dat bleek voor niks nodig te zijn; tyfus of cholera in je lijf, maakte niet uit, we waren met een groep dus we mochten meteen door. Al wandelend naar de gate iets minder leuk voorgehad. We horen geroep en gegil, en wat blijkt: twee mannen van de douanepolitie staan een man af te meppen. Dan weet je van het schrikken toch ook even niet waar te kruipen. En onze indrukken van Ethiopië zijn al zo beperkt...
In Ethiopië zijn we een uur te laat vertrokken (waarom? Geen idee) en de vlucht leek urenlang te duren. Tot de man die naast me zat me aansprak: het bleek een Zambiaan te zijn die voor zaken weggeweest was van huis. Hij deed via zijn bedrijf op één of andere manier ook zaken met Brugge, was wel grappig om te horen! Minstens een uur hebben we zitten praten over de aidsproblematiek, het frustrerende probleem dat geld uit donerende landen steeds aan verkeerde handen blijft kleven, en natuurlijk wat voor geweldige ervaring het zal zijn om hier tien weken te verblijven:o). Echt wel interessant! Achteraf vroeg hij mijn mailadres, ik mag een mailtje op mijn verjaardag verwachten, wist hij te vertellen. Ik heb zijn adres ook gekregen “in case of emergency”. Vriendelijk, he!
Uiteindelijk dan toch in Lilongwe toegekomen, en ik was bij de gelukkigen die meteen al zijn bagage had. Sommigen mogen op hun onderbroeken en T-shirts (bij wijze van spreken) wachten tot vrijdag...Ook niet meteen een superbegin..
Eenmaal in de aankomsthal stond een kleine vrouw (Mwawi, clinician van beroep, te vergelijken in België met een dokter) met een papier ‘Marijke – Kwasa Kwasa’ in de hand, en toen ging het allemaal zo snel. Van ver dag gezegd van de rest (die samen nog een paar dagen op hotel gingen), naar de bank geld wisselen, naar de winkel achter eten, een nieuwe simkaart, en dan naar de Ministry; ik verblijf in de ‘head office’. (ik probeer zo snel mogelijk foto’s te posten, maar daarvoor moet mijn laptop eerst geconfigureerd worden met internet hier en ik kan pas vanaf vandaag –donderdag- op internet).
De ‘head office’ is de plaats waar de directeur, de economist en andere personen de goede werking van ‘Ministry of Hope’ in goede banen leiden. Het heeft een aparte ruimte vol stapelbedden waar ik slaap, helemaal alleen. Mijn bed was al gemaakt, het muskietennet hangt als een hemelbed (wat ik altijd zo graag heb gewild!) errond.
Ik pakte mijn spullen wat uit en rangschikte ze een beetje. ’s Avonds heb ik niet meer gegeten, het lukte gewoon niet. Na nog een paar keer tevergeefs proberen op internet te geraken, kroop ik in bed. Het was overdag warm en het koelt hier nauwelijks af ’s nachts: in slaap vallen lukte me dus helemaal niet goed. ‘k Ben ook veel wakkergeworden. Hopende dat ik me de dag erna (vandaag) al wat beter op mijn gemak voelde...
maandag 4 februari 2008
Ok, ok, ik geef het toe, het is een heel eindje geleden dat hier nog eens iets nieuws te lezen heeft gestaan. Voor al diegenen die tevergeefs kwamen piepen in de hoop dat ik een berichtje gepost had; een dikke sorry:o)
Het zijn dan ook drukke weken geweest, soms veel te druk naar mijn zin, maar zoals je ziet, ook dát overleven we:o). Laatste vaccinaties gehad, blok doorsparteld evenals examens (en toch een beetje trots kunnen vertellen dat ik erop geslaagd ben), even gaan uitblazen in het mooie Parijs (met minder mooi weer maja) en dan een race tegen de klok om alles wat ik mee wil nemen naar Malawi te comprimeren tot 45 kilogram.
En hier zitten we dan, meer dan eens te denken "morgen deze tijd zit ik op het vliegtuig, overmorgen deze tijd....(groot vraagteken)". Dat het een groot avontuur wordt, is nu al aan zoveel te merken; een hoop cash geld meenemen omdat dat goedkoper is dan daar afhalen, 200 keer nadenken waar ik wat in de valies steek voor moest die een week ergens blijven hangen op de luchthaven, om het kwartier checken of ik mijn reispaspoort, visakaart en al die andere superbelangrijke documenten nog weet te vinden,...
En dan die vliegtuigreis nog...
Maar zoals iedereen het mij zegt, en waar ik zelf ook van overtuigd ben; het loopt wel los. Ogen toe en springen!!
Eens aangekomen probeer ik mijn weblog voor de nieuwsgierigen onder jullie zoveel mogelijk te updaten. Als er wat meer tijd tussen zit en je al eventjes niets meer van me hebt gehoord, wijt dat dan maar aan gebrekkig (of tijdelijk geen) internetverbinding. En geen reden tot paniek dus:o).
Tot in Lilongwe!
Kus
Het zijn dan ook drukke weken geweest, soms veel te druk naar mijn zin, maar zoals je ziet, ook dát overleven we:o). Laatste vaccinaties gehad, blok doorsparteld evenals examens (en toch een beetje trots kunnen vertellen dat ik erop geslaagd ben), even gaan uitblazen in het mooie Parijs (met minder mooi weer maja) en dan een race tegen de klok om alles wat ik mee wil nemen naar Malawi te comprimeren tot 45 kilogram.
En hier zitten we dan, meer dan eens te denken "morgen deze tijd zit ik op het vliegtuig, overmorgen deze tijd....(groot vraagteken)". Dat het een groot avontuur wordt, is nu al aan zoveel te merken; een hoop cash geld meenemen omdat dat goedkoper is dan daar afhalen, 200 keer nadenken waar ik wat in de valies steek voor moest die een week ergens blijven hangen op de luchthaven, om het kwartier checken of ik mijn reispaspoort, visakaart en al die andere superbelangrijke documenten nog weet te vinden,...
En dan die vliegtuigreis nog...
Maar zoals iedereen het mij zegt, en waar ik zelf ook van overtuigd ben; het loopt wel los. Ogen toe en springen!!
Eens aangekomen probeer ik mijn weblog voor de nieuwsgierigen onder jullie zoveel mogelijk te updaten. Als er wat meer tijd tussen zit en je al eventjes niets meer van me hebt gehoord, wijt dat dan maar aan gebrekkig (of tijdelijk geen) internetverbinding. En geen reden tot paniek dus:o).
Tot in Lilongwe!
Kus
Abonneren op:
Posts (Atom)