vrijdag 8 februari 2008

donderdag 7 februari

Mijn eerste nacht in Lilongwe was een lange, en een warme. Ik die het nodig heb om op z’n minst een laken over me te hebben om in slaap te kunnen vallen, ben gedwongen alles van me af te gooien om minder last te hebben van de warmte. Af en toe werd ik wakker, me afvragend waar ik was, om even later verwoede pogingen tot inslapen te doen. ’s Morgens om half zeven was ik al wakker door de watchman (de bewaker van het huis) die buiten aan het vegen was. Ik ben dan maar opgestaan, en heb nog wat zitten lezen tot half acht. Dan kwam de houseboy toe die mijn ontbijt maakte (het is echt raar dat iemand dat voor mij doet, en toen ik hem dat zei lachte hij alleen maar). Het is echt een hele vriendelijke man, die altijd voluit lacht.
Vanmorgen dus voor het eerst de thee van hier gedronken, ook al ben ik geen theemens. Ze doen er hier standaard melk bij, de hoeveelheid suiker bepaal je zelf.
Om acht uur moest ik in de Nursery zijn. Toen ik binnenkwam hoorde ik hen al van ver zingen: ze zijn allemaal zeer katholiek en bidden ’s morgens een half uur. Het is een vast ritueel en pakkend om erbij te zijn: verschillende stemmen zingen de tekst uit een liedjesboek waarvan ik de woorden zachtjes meelees maar zo te horen van geen kanten goed uitspreek. Na het zingen én het dansen begon één van de mannen een bijbelverhaal te vertellen en hield erna een soort preek (dat is wat ik ervan gemaakt heb, het was immers allemaal in het Chichewa). Hij leek wel boos zoals hij sprak: hij riep en maakte wijde gebaren. Terwijl hij praatte begon één van de baby’s die op het tapijt lag te wenen, ik heb het kindje maar snel in de armen genomen en gesust. Ik mocht hem ook meteen zijn flesje geven.
Op het einde van het gebed kreeg ik van Mwawi te horen dat iedereen me welkom heette, nadat ze me in het Chichewa geïntroduceerd had aan de moeders en het andere personeel. Daarna kreeg ik van haar een rondleiding in de nursery: haar bureau, de wasruimte, de keuken, de 3 kamers waarin elk 8 baby’s liggen,...De laatste daarvan is diegene voor de ondervoede kindjes, die er enorm broos uitzien. Eentje ervan zal worden getest op HIV. In het totaal zijn er slechts 2 HIVgeïnfecteerde baby’s in de nursery aanwezig, het ziet er dus naar uit dat ik mijn hele eindwerkproject overboord kan gooien.

Nadat ik een hele berg babykleedjes die uit de was kwamen had opgeplooid en twee kindjes eten had gegeven, vertrok ik met Mwawi en de directeur van de nursery naar Lilongwe City, om iemand bij de Health Office te spreken. Vanuit Amerika wil men namelijk een donatie medicatie opsturen, maar dat kan nie zomaar. De strenge overheid doet hier blijkbaar moeilijk over, volgens Mwawi. We moeten morgen teruggaan, want de vrouw in kwestie had geen tijd voor ons. ’s Middags ben ik gaan eten in de office: rijst met kip en een groentenmengeling. Ik moet echt nog wennen aan het eten, merk ik.
In de namidag ben ik in de office gebleven om wat op de computer te werken, de eerste mailtjes te sturen enz...Het was een dag vol nieuwe indrukken dus ik ben moe en ga vroeg slapen.

Geen opmerkingen: