zaterdag 16 februari 2008

And so it is...as it should be

Hey allemaal,

Omdat ik van enkelen al reacties had gehad als “he, je hebt al zo lang niks meer op je blog gezet!”, heb ik maar eens de tijd gezocht om er werk van te maken. Ondertussen is er al weer heel wat gebeurd: de dingen zijn niet gelopen zoals ik ze verwacht had. Daarom heb ik beslist om vroeger terug te keren; maandag 18 februari, over twee dagen, vertrek ik naar Belgie. Dat zal voor al diegenen met wie ik geen contact gehad heb hier wel heel raar in de oren klinken en zeer onverwacht zijn, wat ik ook wel begrijp. Vandaar dat ik er gerust wat klaarheid in wil scheppen.

Bij het begin van deze week, dat was maandag de 11e, had ik een hele slechte nacht achter de rug, zat ik met hartkloppingen en voelde me helemaal niet goed. Ik had gewoonweg schrik om aan de dag te beginnen, die al om 5 uur begon omdat ik niet meer kon slapen (ook al was ik nog heel erg moe – ben ik nog steeds). Dat je dan al snel denkt “ik wil naar huis” lijkt me vrij logisch. Daarom dat ik met wat mensen belde, die op me inpraatten en me tot het inzicht brachten dat het veel te vroeg was om een oordeel te vellen. De situatie was op dat moment ook niet ideaal: ik verbleef alleen in de head office, had in het weekend zelf voor eten moeten zorgen en had niets om handen.
Daarom besliste ik om het een tweede, eerlijke kans te geven.
Omdat ik dat wel heel makkelijk kon zeggen zonder het ook echt te doen, heb ik dit bewust heel concreet gemaakt. Hoe zwart ik maandag alles ook in zag, toch heb ik voor mezelf beslist dat ik het wel nog een kans MOEST geven. Dat ik het een eerlijke kans moest geven om het zijn gang te laten gaan en zichzelf uit te wijzen. Ik besliste dus om vrijdag van die week de zaken te herevalueren.
Bovendien heb ik alle contact vermeden met mensen thuis buiten diegene waarmee ik contact moest houden zoals de organisatie in Gent, en de school. Dat omdat ik best wel besefte dat het het heimwee-gehalte alleen maar kon vergroten en het het “gewoon worden” alleen maar kon bemoeilijken.
Maar het werkte op een of andere manier gewoon niet. Ik voelde me vrijdag nog steeds even slecht.

Ik heb echt veel nagedacht om te achterhalen waar het probleem heeft gelegen. Ik dacht het alleen zijn, dus ik verhuisde naar het huis van Mwawi (mijn verantwoordelijke hier, een schat van een mens!) waar altijd volk rondloopt. Ik dacht dat het het gemis naar huis was dus ik vermeed alle contact. Ik dacht dat het het gebrek aan contact was met andere studenten dus ik heb afgesproken. Maar het heeft niet geholpen.
Tijd geven gaat dit niet oplossen, daar ben ik van overtuigd. Tijd doet me niet meer routine hebben want die heb ik nu al ingebouwd. Tijd doet me niet meer vertrouwen hebben in de mensen hier want dat vertrouwen is er (feit dat ik echt diepzinnige gesprekken met Mwawi voer is daarvan wel een bewijs denk ik). Bovendien, als ik dit nog een week meer geef en dan toch naar huis wil komen, maak ik het mezelf en de mensen op school moeilijker om naar oplossingen te zoeken.

Wat maandag misschien een gemakkelijkheidsoplossing leek als ik zei dat ik naar huis wilde, dat is het nu zeker niet. Te meer omdat ik weet dat naar huis gaan de zaken op praktisch vlak niet vergemakkelijkt. Maar omdat ik heel bewust die beslissing neem, ben ik echt bereid om de consequenties ervan te dragen. Ze hebben gemaakt dat ik meer tijd heb nodig gehad om te beslissen, maar ik wil me ervoor engageren.

Ik denk dat heel wat mensen het verschil in cultuur onderschatten, en het psychologische van de grote afstand. Anderen slagen hier misschien wel in, en dat bewonder ik. Maar sommige dingen zijn gewoon niet voor mij weggelegd. Ik heb geen probleem om dat toe te geven, alleszins nu niet meer, jammer dat er mensen zijn die het niet begrijpen...

Als je graag weet wat het nu eigenlijk echt is dat maakt dat dit niet lukt, dan kan ik daar geen klaar en duidelijk antwoord op geven. Als ik dat had, dan kon ik of tenminste toch Kwasakwasa daaraan iets veranderen. Het enige dat ik bij mezelf ervaar is een groot gevoel van angst. Angst over mijn situatie, soms zelfs angst voor de mensen rondom mij, zelfs de mensen als Mwawi waar ik zo vertrouwelijk mee praat. Het beheerst me helemaal. Ik heb heel bewust geprobeerd daar iets aan te doen door me vertrouwd te maken met de omgeving, maar dat heeft niet geholpen. Die angst is gewoon gebonden aan deze situatie. Vergelijk het met als je mij in een kamer vol slangen zet. Door me er weken in te laten zitten ga ik niet minder bang worden. In tegendeel, de kans is groot dat ik van alles gewoon schrik begin te krijgen.

Ik besef dat ik niet bij iedereen op begrip zal moeten rekenen. Maar in plaats van aan iedereens verwachtingen krampachtig te willen tegemoet komen en iedereen gunstig te stemmen, volg ik mijn buikgevoel. Misschien raar gezegd, maar het kan gerust wel mijn instinct zijn.
Hoe beter mensen wel denken dat ze een situatie overzien vanop een afstand, wat dit betreft moet je echt wel in mijn schoenen staan om te voelen wat ik voel en te zien wat ik geprobeerd heb. Ik heb echt heel hard geprobeerd...
Ik blijf erbij dat je beter het hoofd kan buigen en toegeven dat je ergens niet in slaagt in plaats van voor iedereen de schijn te willen hoog houden en je eigenlijk doodongelukkig te voelen.

Ik heb geen spijt van het feit dat ik naar hier gekomen ben, ook al is het een heel moeilijke tijd geweest (en ook niet dat ik nu vertrek). Ik ben hier op korte tijd meer over mezelf te weten gekomen dan al die jaren samen thuis, ik ben mezelf meer dan eens echt tegen het lijf gelopen.
Het doorworstelen van de dagen heeft mijn ervaring (met de mensen, de cultuur, het land,...) groter gemaakt. Ik ben blij dat ik ze gehad heb, omdat ik ontdekt heb dat dit mijn roeping toch niet is (Artsen Zonder Grenzen of iets dergelijks) en het onder deze omstandigheden zelfs helemaal niet voor mij is weggelegd.

Ik hoop dat je na het lezen hiervan mijn beslissing verstaat. Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar als je ze begrijpt zal ik al heel tevreden zijn.
Ik zie of hoor je vroeg of laat wel als ik terug ben...Tot mijn vertrek ga ik nog alles geven wat ik kan, de mensen hier verdienen dat...
Kus
Marijke

vrijdag 8 februari 2008

Vrijdag 8 februari

Deze nacht heb ik alweer zeer warm gehad, het koelt maar niet af binnen en ik moet de ramen toehouden voor de muggen. Al bij al wel ok geslapen, maar alweer vroeg wakkergeworden, het is echt ongelofelijk! Uitslapen tot de middag zoals thuis zit er hier niet in precies.
Om acht uur weer naar de nursery waar de gebedsdienst deze keer zeer uitgebreid was en iedereen van de head office was ook aanwezig.
De directeur heeft me nogmaals welkom geheten, ze zijn zo blij dat ik er ben en koesteren hoge verwachtingen in mij. Ik hoop dat ik hen niet teleurstel.

In de voormiddag heb ik met Mwawi het formulier overlopen dat wordt gevolgd wanneer een kindje onderzocht wordt: het was allemaal heel medisch maar zeer interessant! Na wat met de baby’s bezig te zijn geweest en wat formulieren voor Mwawi uitgetypt te hebben op de computer, kwam Sarah langs, een “nutritionist” van Amerika die hier samen met haar man en dochtertje voor drie jaar woont.
Met haar heb ik besproken wat mijn taak in de nursery kan zijn. Het is de bedoeling dat nagegaan wordt wat de baby’s echt eten van wat ze krijgen (wat elke keer overblijft) want de nota’s daarover worden niet goed ingevuld. Bovendien zouden sommige ondervoede kindjes moeten bijkomen in gewicht als ze zouden eten wat er telkens wordt ingevuld.
Daarna willen we nagaan wat elke baby per ontwikkelingsgraad nodig hebt van voedingselementen en zoeken we uit wat er allemaal in de lokale voeding hier beschikbaar is, om het af te stemmen op de voeding van de baby’s.
Een volgende stap is het informeren van de nanny’s, de vrouwen die de kindjes verzorgen. Dit zijn zowel oudere als jongere vrouwen die eigen kinderen hebben maar in shiften in de nursery werken. Wat voeding betreft zijn ze echter niet altijd goed op de hoogte van de theorie en daarom zijn we van plan om informatiesessies te organiseren, elke sessie twee keer per dag.
Ik ben blij dat ik nu al wat beter weet wat ik kan doen. Met mijn promotoren van de EHSAL wordt het nu overleggen hoe ik al deze zaken kan samenbundelen in een eindwerk.

In de namiddag ben ik samen met Mwawi en Kelvin naar Christof geweest in een klein dorpje buiten Lilongwe. De weg ernaartoe was hobbelig, kindjes liepen langs de straat, vrouwen met zware manden op hun hoofd,...De omstandigheden waarin deze mensen leven zijn verre van luxueus, en ik was dan ook zeer zwaar onder de indruk. Je kan het nog zoveel zien op tv of waar dan ook, er gewoon midden inzitten doet je mond openvallen.
Christof en zijn vrouw en hun dochtertje, drie Amerikanen, wonen al sinds 1997 in Malawi, en proberen de “perma-culture” oftewel permanent agriculture te promoten. Dit omdat in Malawi de mensen veel te eenzijdig eten en bij een mislukte oogst vaak geen eten hebben. Christof en zijn vrouw zijn een perfect rolmodel voor deze manier van telen, want hun hele tuin staat vol planten die ze eten of op één of andere manier gebruiken. Via watercollectoren e.d. sparen ze enorm veel geld uit en zijn ze zeker van een constante beschikking over voeding.

We gingen er naartoe omdat Ministry dit wil implementeren hier ook. De kindjes in de Nursery worden immers opgevangen tot ze ongeveer een jaar zijn, en worden dan geadopteerd of gaan terug naar familie. Men wil echter zeker zijn dat de familie kan verzekeren dat het kindje alles heeft wat het nodig heeft, dus willen ze de bevolking hier eerst een andere manier van landbouw aanleren. Onnodig te zeggen dat dit een werk van lange adem zal zijn. Maar ik vond het erg leuk om het zo concreet mee te maken en te ondervinden hoe gedreven deze mensen zijn om hun doel te bereiken.
Deze avond nog bezoek gehad van de verantwoordelijke van Kwasa in Lilongwe, die me wist te vertellen dat men uitkijkt naar een housegirl die hier altijd zou zijn, ook ’s nachts. Het blijft immers moeilijk de avonden alleen te doorspartelen. Ook in het algemeen heb ik echt nog tijd nodig om aan te passen, merk ik aan mezelf. Maar ik vertrouw erop dat dat goedkomt.

In de weekends ben ik vrij, en heb ik niets te doen. Mwawi is van plan me mee te nemen naar leuke plekken en daar ben ik haar dankbaar om, omdat het idee van hier de hele dag alleen zitten me enorm afschrikt. Alleen ergens naartoe gaan is om veiligheidsredenen ook geen optie, vandaar.
Tot zover dit dagje. Ik ga stilletjesaan slapen, want ja hoor, ik ben alweer moe. Zoveel te verwerken, dat zal wel de reden zijn.
Tot de volgende!

donderdag 7 februari

Mijn eerste nacht in Lilongwe was een lange, en een warme. Ik die het nodig heb om op z’n minst een laken over me te hebben om in slaap te kunnen vallen, ben gedwongen alles van me af te gooien om minder last te hebben van de warmte. Af en toe werd ik wakker, me afvragend waar ik was, om even later verwoede pogingen tot inslapen te doen. ’s Morgens om half zeven was ik al wakker door de watchman (de bewaker van het huis) die buiten aan het vegen was. Ik ben dan maar opgestaan, en heb nog wat zitten lezen tot half acht. Dan kwam de houseboy toe die mijn ontbijt maakte (het is echt raar dat iemand dat voor mij doet, en toen ik hem dat zei lachte hij alleen maar). Het is echt een hele vriendelijke man, die altijd voluit lacht.
Vanmorgen dus voor het eerst de thee van hier gedronken, ook al ben ik geen theemens. Ze doen er hier standaard melk bij, de hoeveelheid suiker bepaal je zelf.
Om acht uur moest ik in de Nursery zijn. Toen ik binnenkwam hoorde ik hen al van ver zingen: ze zijn allemaal zeer katholiek en bidden ’s morgens een half uur. Het is een vast ritueel en pakkend om erbij te zijn: verschillende stemmen zingen de tekst uit een liedjesboek waarvan ik de woorden zachtjes meelees maar zo te horen van geen kanten goed uitspreek. Na het zingen én het dansen begon één van de mannen een bijbelverhaal te vertellen en hield erna een soort preek (dat is wat ik ervan gemaakt heb, het was immers allemaal in het Chichewa). Hij leek wel boos zoals hij sprak: hij riep en maakte wijde gebaren. Terwijl hij praatte begon één van de baby’s die op het tapijt lag te wenen, ik heb het kindje maar snel in de armen genomen en gesust. Ik mocht hem ook meteen zijn flesje geven.
Op het einde van het gebed kreeg ik van Mwawi te horen dat iedereen me welkom heette, nadat ze me in het Chichewa geïntroduceerd had aan de moeders en het andere personeel. Daarna kreeg ik van haar een rondleiding in de nursery: haar bureau, de wasruimte, de keuken, de 3 kamers waarin elk 8 baby’s liggen,...De laatste daarvan is diegene voor de ondervoede kindjes, die er enorm broos uitzien. Eentje ervan zal worden getest op HIV. In het totaal zijn er slechts 2 HIVgeïnfecteerde baby’s in de nursery aanwezig, het ziet er dus naar uit dat ik mijn hele eindwerkproject overboord kan gooien.

Nadat ik een hele berg babykleedjes die uit de was kwamen had opgeplooid en twee kindjes eten had gegeven, vertrok ik met Mwawi en de directeur van de nursery naar Lilongwe City, om iemand bij de Health Office te spreken. Vanuit Amerika wil men namelijk een donatie medicatie opsturen, maar dat kan nie zomaar. De strenge overheid doet hier blijkbaar moeilijk over, volgens Mwawi. We moeten morgen teruggaan, want de vrouw in kwestie had geen tijd voor ons. ’s Middags ben ik gaan eten in de office: rijst met kip en een groentenmengeling. Ik moet echt nog wennen aan het eten, merk ik.
In de namidag ben ik in de office gebleven om wat op de computer te werken, de eerste mailtjes te sturen enz...Het was een dag vol nieuwe indrukken dus ik ben moe en ga vroeg slapen.

donderdag 7 februari 2008

Woensdag 6 februari

Hello everybody,

Hier zijn we dan in het verre Malawi. Dit berichtje post ik niet de dag van mijn aankomst zelf, vermits internet het liet afweten gisteren. Maar omdat ik jullie het relaas van mijn aankomst niet wil laten missen, heb ik het gisteren uitgetypt toen het nog vers in mijn geheugen zat.
Alhoewel, na 17 uur onderweg zijn en amper een uurtje slaap voelde ik me geradbraakt en duizelde het zelfs in mijn hoofd.
Maar omdat ik jullie zo graag zie, heb ik toch nog maar de laptop aangezet...:o)

Om half negen taxi’de het vliegtuig de luchthaven uit, en voelde ik die speciale opstijgkriebels weer (iets wat toch wel weer vier jaar geleden was) en zeiden we België vaarwel. Het was me even ontgaan, maar we hadden nog een tussenstop in Parijs te goed, waar er nog een heleboel mensen opstapten. Op dat moment was ik al gezegend met een bonzende hoofdpijn en droge ogen, naar het schijnt van de airconditioning. Na een uur in Parijs te hebben stilgestaan, deze keer voor zes uur de lucht in, richting Addis Abeba. Weer een persoonlijk record vliegtuiguren verbroken (max was 4 uur), en wat voor uren: om half één warm eten (spaghetti en een brok chocoladecake), en voor je goed en wel een dutje had kunnen doen stonden ze er om vier uur ’s morgens alweer met ontbijt. Verder dan een minicroissantje ben ik niet gekomen, mijn maag lag toch al overhoop en dat is tot op dit moment nog geen haar beter.

Min of meer op tijd toegekomen in Addis Abeba (Ethiopië zag er uit de lucht maar heel bruin uit, en eens geland bleek dat bruine het droge gras te zijn: het is daar het droogste seizoen van het jaar), waar we een uur moesten wachten op aansluiting naar Lilongwe.
Grappig voorval; we komen binnen in de luchthaven en moeten via een postje (health control) passeren, waar een man in een witte jas staat. Wij halen dus allemaal plichtsgetrouw ons reispaspoort en inentingskaart boven, maar dat bleek voor niks nodig te zijn; tyfus of cholera in je lijf, maakte niet uit, we waren met een groep dus we mochten meteen door. Al wandelend naar de gate iets minder leuk voorgehad. We horen geroep en gegil, en wat blijkt: twee mannen van de douanepolitie staan een man af te meppen. Dan weet je van het schrikken toch ook even niet waar te kruipen. En onze indrukken van Ethiopië zijn al zo beperkt...

In Ethiopië zijn we een uur te laat vertrokken (waarom? Geen idee) en de vlucht leek urenlang te duren. Tot de man die naast me zat me aansprak: het bleek een Zambiaan te zijn die voor zaken weggeweest was van huis. Hij deed via zijn bedrijf op één of andere manier ook zaken met Brugge, was wel grappig om te horen! Minstens een uur hebben we zitten praten over de aidsproblematiek, het frustrerende probleem dat geld uit donerende landen steeds aan verkeerde handen blijft kleven, en natuurlijk wat voor geweldige ervaring het zal zijn om hier tien weken te verblijven:o). Echt wel interessant! Achteraf vroeg hij mijn mailadres, ik mag een mailtje op mijn verjaardag verwachten, wist hij te vertellen. Ik heb zijn adres ook gekregen “in case of emergency”. Vriendelijk, he!

Uiteindelijk dan toch in Lilongwe toegekomen, en ik was bij de gelukkigen die meteen al zijn bagage had. Sommigen mogen op hun onderbroeken en T-shirts (bij wijze van spreken) wachten tot vrijdag...Ook niet meteen een superbegin..
Eenmaal in de aankomsthal stond een kleine vrouw (Mwawi, clinician van beroep, te vergelijken in België met een dokter) met een papier ‘Marijke – Kwasa Kwasa’ in de hand, en toen ging het allemaal zo snel. Van ver dag gezegd van de rest (die samen nog een paar dagen op hotel gingen), naar de bank geld wisselen, naar de winkel achter eten, een nieuwe simkaart, en dan naar de Ministry; ik verblijf in de ‘head office’. (ik probeer zo snel mogelijk foto’s te posten, maar daarvoor moet mijn laptop eerst geconfigureerd worden met internet hier en ik kan pas vanaf vandaag –donderdag- op internet).

De ‘head office’ is de plaats waar de directeur, de economist en andere personen de goede werking van ‘Ministry of Hope’ in goede banen leiden. Het heeft een aparte ruimte vol stapelbedden waar ik slaap, helemaal alleen. Mijn bed was al gemaakt, het muskietennet hangt als een hemelbed (wat ik altijd zo graag heb gewild!) errond.
Ik pakte mijn spullen wat uit en rangschikte ze een beetje. ’s Avonds heb ik niet meer gegeten, het lukte gewoon niet. Na nog een paar keer tevergeefs proberen op internet te geraken, kroop ik in bed. Het was overdag warm en het koelt hier nauwelijks af ’s nachts: in slaap vallen lukte me dus helemaal niet goed. ‘k Ben ook veel wakkergeworden. Hopende dat ik me de dag erna (vandaag) al wat beter op mijn gemak voelde...

maandag 4 februari 2008

Ok, ok, ik geef het toe, het is een heel eindje geleden dat hier nog eens iets nieuws te lezen heeft gestaan. Voor al diegenen die tevergeefs kwamen piepen in de hoop dat ik een berichtje gepost had; een dikke sorry:o)
Het zijn dan ook drukke weken geweest, soms veel te druk naar mijn zin, maar zoals je ziet, ook dát overleven we:o). Laatste vaccinaties gehad, blok doorsparteld evenals examens (en toch een beetje trots kunnen vertellen dat ik erop geslaagd ben), even gaan uitblazen in het mooie Parijs (met minder mooi weer maja) en dan een race tegen de klok om alles wat ik mee wil nemen naar Malawi te comprimeren tot 45 kilogram.

En hier zitten we dan, meer dan eens te denken "morgen deze tijd zit ik op het vliegtuig, overmorgen deze tijd....(groot vraagteken)". Dat het een groot avontuur wordt, is nu al aan zoveel te merken; een hoop cash geld meenemen omdat dat goedkoper is dan daar afhalen, 200 keer nadenken waar ik wat in de valies steek voor moest die een week ergens blijven hangen op de luchthaven, om het kwartier checken of ik mijn reispaspoort, visakaart en al die andere superbelangrijke documenten nog weet te vinden,...
En dan die vliegtuigreis nog...
Maar zoals iedereen het mij zegt, en waar ik zelf ook van overtuigd ben; het loopt wel los. Ogen toe en springen!!

Eens aangekomen probeer ik mijn weblog voor de nieuwsgierigen onder jullie zoveel mogelijk te updaten. Als er wat meer tijd tussen zit en je al eventjes niets meer van me hebt gehoord, wijt dat dan maar aan gebrekkig (of tijdelijk geen) internetverbinding. En geen reden tot paniek dus:o).

Tot in Lilongwe!

Kus